Vertrouwde gezichten en onderling vertrouwen vormen de steunpilaren in een wijk. Maar hoe bouw je dat vertrouwen op als je juist tijdelijk in een wijk werkt? Creëer gezamenlijke ervaringen en gedeelde herinneringen, dat is het recept volgens community builder Irma Vroegop.
Bron: www.buurtwijs.nl
Als community builder zet ik mensen op elkaars spoor. Ik stimuleer ontmoetingen tussen buurtbewoners door acties te faciliteren die de community versterken. Door deze ontmoetingen ontstaan ervaringen die iets bij een mens achterlaten. Dit zijn de ervaring van gezien worden, erbij horen, plezier hebben.
Voor even word je opgetild vanuit je eigen situatie. Je ontdekt dat je iets kan bijdrage aan het leven van een ander, je krijgt het gevoel van betekenis te zijn en misschien zelfs uitzicht op een nieuw perspectief. Doordat dit tegelijkertijd door meerdere mensen ervaren wordt, ontstaat er een collectieve ervaring en daarmee vertrouwen dat mensen kracht geeft om een situatie te veranderen.
KOEKhuis
Ik zag dit gebeuren tijdens het project Klimmen op Eigen Kracht (KOEK). Vijf jaar geleden landde KOEK in de Rijtuigenbuurt van Nieuwegein. De gemeente hoopte bewoners een kans te bieden om hun dromen - voor zichzelf of hun buurt - waar te maken door inzet van buren, het persoonlijke netwerk en coaches.
Zo kwam er een KOEKhuis. Een plek in de buurt waar bewoners elkaar ontmoetten, samen plannen maakten en deze uitvoerden. Vanuit daar ontstonden droomavonden, muurschilderingen, buurttuinen. Er werd samen gekookt en spelletjes gespeeld. Gezamenlijk beleefden bewoners nieuwe dingen en ontstonden er andere, nieuwe verhalen in en over de buurt. Van een slaapwijk werd de Rijtuigenbuurt een bruisende wijk.
Common ground
Als community builder koester ik de overtuiging dat gezamenlijke ervaringen bijdragen aan het ontstaan van een collectieve kracht. Dit is een stille en drijvende kracht die wordt benut als het nodig is. Door samen dingen te beleven en nieuwe ervaringen op te doen, ontstaan nieuwe verhalen die rond gaan in een buurt. Verhalen die mensen kracht geven en mensen over de drempel helpen om een nieuwe stap te zetten.
Er ontstaat een nieuwe common ground die voor meer onderling begrip, herkenning en vertrouwen zorgt. Maar die nieuwe ervaringen leiden niet meteen tot het verwezenlijken van de collectieve dromen. Sterker nog: soms gaat het juist helemaal anders, zoals met het KOEKhuis.
Het KOEKhuis was een pilotproject van één jaar, maar dat werden er drie. Het was snel duidelijk dat er meer tijd en steun nodig was om tot een stevige community te komen die het beheer van dit huis zou kunnen overnemen. Ondanks de verlenging van de pilot en het enthousiasme vanuit de buurt, is het uiteindelijk niet gelukt om buurtkrachten op dit punt te bundelen en voldoende dragers in de buurt te vinden die samen het huis konden beheren. Het KOEKhuis werd na drie jaar weer een gewone woning.
‘Door samen dingen te beleven, ontstaan er nieuwe verhalen die rond gaan in een buurt en mensen kracht geven om een nieuwe stap te zetten’
Toch is dit geen verhaal van een gefaald project. In tegendeel. Het ervaren van alle mooie dingen die ontstaan zijn door het hebben van een ontmoetingsruimte, blijft rondzoemen in de buurt. Op persoonlijk en collectief vlak heeft dit de bewoners van de Rijtuigenbuurt ontzettend verrijkt. Het zal mij dan ook niet verbazen als - op het moment dat de tijd rijp is - vanuit deze collectieve ervaring uiteindelijk een kracht ontstaat die dit gezamenlijke verlangen toch omzet in actie.
Goudenregen van community building
Bij community building gaat het niet om de uitkomst of een vooraf gesteld doel, maar om lijntjes tussen mensen. Als community builder ben je bezig te bouwen aan relaties tussen bewoners onderling. Je bent erop uit dat mensen voor elkaar bekende en vertrouwde gezichten worden. Dat ze het gevoel hebben bij elkaar terecht te kunnen en dat ze samen een manier vinden om een kwestie op te lossen. Sally, een bewoonster van De Drecht verwoordde laatst dat zo mooi: ‘Mensen moeten niet afhankelijk van jou worden, zich aan jou vastklampen, want dan is er geen sprake van groei. Aangezien we in het jaar dat jullie er waren zoveel samen hebben gedaan, hebben we ook zoveel geleerd en daardoor is het vertrouwen gegroeid dat we het als bewoners samen kunnen.’ Als buurtprofessional ben je dienend aan dit ontwikkelproces, onafhankelijk of je sociaal beheerder bent of community builder.
'Als je een buurt weer verlaat, zorg je ervoor dat er ankerpunten zijn waar bewoners op terug kunnen vallen'
Toch menen we (onbewust) dat bewoners afhankelijk zijn van ons als professionals. Professionals zijn nodig om op te schudden en verbindingen te leggen, maar mogen daarna weer ruimte maken. Het gaat bij community building niet om een ‘bekend gezicht’ te worden in een buurt. Bij community building gaat het namelijk helemaal niet om jou en is het heel gebruikelijk dat je na een tijdje van het toneel verdwijnt.
Dit betekent dat als je een buurt verlaat, je ervoor zorgt dat er ankerpunten zijn waar bewoners op terug kunnen vallen. Dat kan een structuur zijn (zoals gebruiken en rituelen) of personen die dicht bij de community staan. Zo’n ankerpunt helpt de community om in verbinding te blijven. Als het om personen gaat, dan begrijpen zij welke rol ze hebben in het ondersteunen van de community. Zoals open staan en een luisterend oor hebben voor alles wat er op hen afkomt. Niet om het over te nemen, maar om te ondersteunen bij stappen die mensen zelf kunnen zetten. Dit betekent dat ik als community builder niet alleen bezig ben met het versterken van relaties tussen bewoners onderling, maar ook tussen bewoners en professionals.
Vertrouwde gezichten
Op dit moment werk ik in Nieuwegein in de Muntenbuurt. Daar woont in iedere flat een bewoner waar bewoners naartoe gaan als er iets is. Het zijn die bewoners die het bekende gezicht zijn in hun buurt. Zij zijn er 24/7. Daar kan geen community builder of opbouwwerker tegen op. Het zijn deze mensen die steun verdienen, en waar je als professional in de buurt korte lijntjes mee moet hebben.
Mijn ongerustheid zit er in dat juist deze mensen bij personele wisseling of beleidsveranderingen uit het oog worden verloren. Dan komt er opeens geen telefoontje meer met een simpele ‘hoe is het met jou?’ Om die reden breng ik deze mensen ook in contact met andere mensen buiten hun community zoals LSA of een ABCD-popeldag. Zo weten zij dat ze er niet alleen voor staan en dat er meer mensen zijn die net als zij vertrouwde gezichten zijn in hun buurt.