Gemeenschapszin, ontmoeting en verbinding zijn de smaakmakers van de inclusieve wijk. Hoe voegen we die toe aan bestaande en nieuwe wijken? ZorgSaamWonen, adviesbureau Companen, brancheorganisatie Valente en zorgorganisatie Pameijer/+Vijf organiseerden in januari 2022 het seminar Van NIMBY naar WIMBY, (Be)Grip in de Buurt. Samen met deelnemers zijn vijf speerpunten geformuleerd voor een inclusieve wijk. Vijf sprekers vertellen hoe zij de speerpunten vertalen in hun dagelijks werk.
Matthijs van Muijen, van de gemeente Den Haag, gaat in op het eerste speerpunt: verleg de focus van fysieke integratie naar daadwerkelijke inclusie. Zijn ervaring is dat het raadzaam is om bij het huisvesten van kwetsbare burgers samen met de buurt op te trekken en te zorgen voor een goede spreiding, voor de juiste mix. In het Willem Dreeshuis, een voormalig Haags verzorgingshuis, wonen nu voormalig dak- en thuislozen. Dat stuitte in het begin op veel weerstand bij buurtbewoners. Uiteindelijk zijn de buurtbewoners betrokken geweest bij de inrichting van de gemeenschappelijke binnentuin. ‘Als je zorgt voor een plus voor de buurt, dan voorkom je weerstand. De gemeente moet openstaan voor nieuwe ideeën en ook daadwerkelijk investeren.’ Aan de hand van de stelling: ‘Onbeperkt meedoen, droom of illusie’, praten we met de deelnemers in de zaal. ‘Iedereen moet meedoen met de mogelijkheden die mensen hebben. Dat moet onbeperkt zijn. Daar droom ik van’, zegt een deelnemer. ‘Flink meedoen kan zeker, maar onbeperkt?’, vraagt een andere deelnemer zich af. Sommige mensen gedijen beter in een prikkelarme bosrijke omgeving.
Krachten bundelen
Joop Hofman van de Rode Wouw gaat in op het tweede speerpunt: Integreer de hulpvraag met de behoefte van de wijk. ‘De omgeving van de mens is de medemens, zei Jules Deelder ooit.’ Het gaat er volgens Joop om dat gemeenschappen sterker worden. Vervolgens discussiëren we met de deelnemers over de stelling: ‘Elke wijk is verantwoordelijk voor het organiseren van de eigen zorg’. Het zou ideaal zijn maar nu nog niet haalbaar is de conclusie. En het kan ook door bewoners geregeld worden. Investeer in gemeenschappen, bundel krachten van professionele en informele zorg en voorkom als buurt dat je een eilandje wordt.
John Bos, bestuurder van zorgorganisatie Woonzorg Flevoland, bespreekt het derde speerpunt: kijk breder naar de ruimtelijke voorwaarden. ‘We moeten toe naar leefbare wijken met veel variatie.’ Hij wijst op een groeiende groep ouderen die zich eenzaam of onveilig voelt. Voor deze ouderen zijn geclusterde woonvormen prettig. Dat leidt tot de stelling: ‘Voor efficiënte zorg is geclusterd wonen noodzakelijk.’ Deelnemers vragen zich hierbij af of efficiëntie het doel moet zijn. ‘Je doet een appèl op wat mensen zelf kunnen. Dat is al winst.’
Han Jetten, bestuurder bij Leviaan, organisatie die professionele begeleiding aan mensen met tijdelijk of langdurig psychische klachten biedt, kan zich vinden in het vierde speerpunt: zorg voor een open instelling. Hij benadrukt hierbij de gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Zorgmedewerkers hebben de buurt ook veel te bieden, zoals het runnen van ontmoetingsplekken. Onze bewoners leveren ook een belangrijke bijdrage aan de buurt. Zo vormen zij buurtcirkels.’ De zorgmedewerkers zijn present in de wijk en zijn 24 uur per dag bereikbaar. Met de stelling: ‘De wijk mag blij zijn met ons, want wij (cliënten, zorgprofessionals en zorginstanties) hebben de wijk veel te bieden’ kun je het niet mee oneens zijn. En dat blijkt ook zo. ‘Het gaat erom dat we het met elkaar doen’ is de gedeelde conclusie.
Kijken wat we samen kunnen doen
Investeer in samenleven, luidt het vijfde speerpunt. Dat is koren op de molen van Marco van Alderwegen, bestuurder bij de Zonnehuisgroep IJssel-Vecht. Hij ziet veel talenten bij ouderen en vindt dat zij veel zelf kunnen, samen met hun netwerk. Toch wijst hij erop dat niet iedereen een goed netwerk heeft. En dat er altijd professionele zorg nodig blijft, omdat sommige zorgvragen erg complex zijn. De stelling: ‘Arbeidsmarkttekort is geen probleem’, vindt hij daarom ook te stellig en met hem de meeste deelnemers ook. ‘Laten we kijken wat we met elkaar kunnen doen. Niet teveel in zorgoplossingen denken, niet te veel verbijzonderen.’
Op het Verbindingsfestival op 23 mei 2023 zal er opnieuw een bijeenkomst plaatsvinden. In de tussentijd zitten we natuurlijk niet stil. Een aantal deelnemers heeft zich aangemeld om mee te doen met de beweging die we vandaag in gaan hebben gezet om te komen tot inclusieve wijken.